Winter in Hongarije - fotograferen in de hutten van Bence Máté
Eind januari stapten An Meert en ik in Eindhoven op het vliegtuig richting Boedapest. Eindbestemming: de boerderij van de bekroonde Hongaarse Wildlife Photographer Bence Máté nabij het dorp Pusztaszer, gelegen in de Southern Great Plain van Hongarije. De boerderij ligt op het Hongaarse platteland, honderdvijftig kilometer ten zuiden van Boedapest en nabij de grenzen van Roemenië en Servië. Rondom de boerderij zijn diverse fotohutten gelegen, vanwaaruit verschillende soorten wildlife kunnen worden gefotografeerd. Al tijden ben ik aangetrokken tot de foto’s die in deze hutten worden gemaakt. Tijd dus om hier eindelijk zelf eens een kijkje te gaan nemen.
De organisatie rondom de hele week is uitstekend. In feite hoef je alleen een vliegticket naar Boedapest te boeken en je gear in orde te maken. Op voorhand word je uitvoerig ingelicht over wat je mee moet nemen en zelfs een taxi stond voor ons op de luchthaven van Boedapest klaar. De dagelijkse leiding rondom de hutten is in handen van de gidsen Fanni, Csaba, Kokó en Ádám. Alle andere zaken worden geregeld door Andrea (manager), die eveneens een voortreffelijke kokkin is en de maaltijden verzorgt. Bence is dagelijks aanwezig voor vragen, tips en uitleg.
De Hutten
Bence is op zijn gebied een pionier. Hij wordt van over de hele wereld benaderd om hutten te bouwen en hij is de eerste die samen met een Hongaars glasbedrijf eenzijdig doorzichtig en zeer hoogwaardig glas ontwikkelde waardoorheen gefotografeerd kan worden, zonder dat het wildlife je kan zien en zonder aantasting van de fotokwaliteit. Bence noemt zichzelf dan ook weleens ‘the invisible wildlife photographer’. Doordat de dieren je niet zien, kun je ze van heel dichtbij fotograferen. Dit concept wordt nu in veel hutten wereldwijd toegepast.
Nu is een veelgehoord commentaar van wildlife fotografen, dat ze niet duizenden euro’s hebben besteed aan de duurste en beste lenzen, om vervolgens door glas te fotograferen en qua fotokwaliteit en scherpte een foto over te houden die ze net zo goed met een goedkope lens hadden kunnen maken. Dat is echter in de hutten van Bence absoluut niet het geval.
Tijdens ons winterbezoek waren er in totaal vier hutten in bedrijf voor zes fotografen. Indeling geschiedt op basis van een roulatieschema, en bij ons, omdat we met zes waren (zeven is in de winter gebruikelijk en het maximum), in tweetallen. De winterhutten beschikken allen over geïnstalleerde twin shooters met balhoofd (camerabevestiging via de lensvoet) van het Hongaarse merk FlexShooter, zodat je met twee camera’s tegelijk kan fotograferen en je je eigen statief thuis kunt laten. Koud zul je het in de hutten eveneens niet krijgen, want ze zijn allen voorzien van vloerverwarming, alsmede van ventilatie om het glas condensvrij te houden.
1. Theater Hide
Laat ik beginnen met de hut waar het in de winter bij Bence toch vooral om draait: de theaterhut. Deze hut is een eind bij de boerderij vandaan. Het vergt een autorit van dertig minuten en daarna een wandeling van een minuut of tien om er te komen. Gelegen in een natuurgebied staat een houten huisje met woonkamertje en drie slaapruimtes, met buiten een houten toilethuisje (earth covered toilet). In de woonkamer is een luik met een trapje naar beneden, waardoor je een tien meter lange, lage ondergrondse gang betreedt die leidt naar de eigenlijke fotohut. Gedurende de dag kun je niet naar buiten, omdat dit het wildlife, en met name de zeearend, verjaagt.
Deze hut vond ik een heel avontuur, omdat je er meerdere nachten in verblijft. Aan beide zijden van de ingegraven fotohut is glas, met elk uitzicht op water op ooghoogte. De ‘rustige’ kant is de meest aannemelijke kant voor een bezoekje van de zeearend. Aan de drukste zijde, waar de aalscholvers en de reigers de dienst uitmaken, zijn zes viskooien, die je vanuit de hut afzonderlijk van elkaar kunt bedienen, afhankelijk van waar op dat moment het beste licht is. De hut heeft een backlight-systeem, wat vooral in de schemer en de nacht voor unieke plaatjes zorgt. Elke ochtend rond 05:00 uur komt één van de gidsen de kooien vullen met vis en dat is meteen ook de start van de fotografiedag.
Nadat de gids is vertrokken, verschijnen de eerste reigers van de dag. In de vroege ochtendschemer staan zij stilletjes te jagen en dat levert in het blauwe uurtje mooie beelden op. Deze rust wordt wreed verstoord als de aalscholvers hebben besloten dat het tijd is voor het ontbijt. Van alle kanten komen zij in grote getale aan, duidelijk de baas over de reigers, die op dat moment tot de tweede rang worden gedegradreerd. Het is de start van een complete chaos. Je schiet hier met 20 fps burst gemakkelijk 100 gigabyte bij elkaar, en het is ook voor de fotograaf vooral hard doorwerken, want overal waar je kijkt, gebeurt wat.*
*alle afbeeldingen zijn in het groot te bekijken in mijn portfolio
Fijn is het dan ook dat de rust terugkeert als de ergste honger is gestild. De vleugels worden gedroogd en het verenpak wordt gepoetst. Tijd voor mij om wat bij te komen van twee uur non-stop fotograferen en op mijn gemak wat beelden te maken.
Daarna begint het hoopvolle wachten op de zeearend, die zich, ik zal het maar meteen verklappen, bij ons niet liet zien. De natuur doet uiteindelijk zelf wat het wil, ook al worden gunstige omstandigheden gecreëerd om de kansen te optimaliseren. Wel worden we rond 15:00 uur getrakteerd op prachtig warm (avond)licht.
Voor de grote zilverreiger viel ik onmiddellijk. Het roomwitte verenpak, de geeloranje snavel met de groene inzet rond het oog, ik vind het een prachtige kleurencombinatie. Hij werd vrijwel altijd weggejaagd door de blauwe reigers en nam genoegen met een rustig plekje achteraf en de kansjes op een visje tijdens stille momenten
Meerdere malen per dag ren ik gebukt door de ondergrondse gang terug naar het huisje. Snel een soepje, snel even back-uppen, snel een batterij in de oplader en snel een warme hap. Daarna, als de zon is ondergegaan, de aalscholvers zijn gaan slapen en de duister is ingevallen, start voor mij telkens het allermooiste moment van de dag, namelijk de grote creatieve speeltuin van de reigers in tegenlicht. Het is soms uren wachten totdat de reigers komen, en er gaat zo weer een uur voorbij totdat een reiger die doodstil aan de zijde staat te wachten het licht betreedt, maar wat dan volgt is het wachten zó meer dan waard.
Nadat alle camera-instellingen en de hooglichten onder controle zijn en de eerste scherpe foto’s erop staan, ga ik steeds meer spelen met langere sluitertijden. Eerst 1/40ste seconde, dan naar 1/30, 1/20 en 1/10. De mogelijkheden zijn eindeloos.
Om 01:00 uur houd ik het voor gezien en kruip ik mijn bedje in, wetende dat na slechts een paar uur slaap, die ik vanwege alle indrukken niet kan vatten, alweer een verse lading vis wordt bezorgd en het hele spektakel opnieuw begint……
Voordat de tweede nacht begon, had ik mijn foto’s van de reigers in tegenlicht terug bekeken. Ik had inmiddels zoveel foto’s die me bevielen, dat ik naast de ‘normale’ foto’s graag een ander beeld wilde maken: de sluipende tred van de reiger met lange sluitertijd. Deze nacht bleek alleen een mistige nacht, want door de vrieskou was er boven het wateroppervlak damp ontstaan. Toen ik dat zag, baalde ik een beetje, omdat ik het idee had dat dit mijn fotokansen aanzienlijk zou verminderen. Ik kreeg niet zoals eerder een mooie zwarte achtergrond, maar een lichtere, wazige, door de mist. Het heeft me achteraf foto’s opgeleverd waar ik heel blij mee ben, ook omdat ze heel anders waren dan die van de eerste nacht. Na alweer een kort nachtje, maakte ik in de vroege ochtend nog een ‘gouden’ reeks. Het is alleen al voor deze foto’s dat ik zo graag nog een keer naar Hongarije terug zou keren.
2. Kingfisher Hide
Tijd voor een andere hut, ditmaal een hut die speciaal gebouwd is voor het fotograferen van de kleurrijke ijsvogel. Deze hut ligt tussen het riet aan het riviertje dat langs de boerderij loopt. Het is een mooie setting met een infinity pool-effect, zodat je ongelooflijk mooi de duiken van het ijsvogeltje kan vastleggen. Daarnaast is er frontlight aanwezig, zodat de isowaarde laag kan blijven bij de benodigde (zeer) snelle sluitertijd.
Het ijsvogeltje hield zich, tot mijn grote opluchting, bij ons aan een vrij strak schema. Tussen elk bezoek zaten ongeveer vijftig minuten, met vaak minstens vijf duiken per bezoek, wat maakte dat in een ochtend ongeveer vijfentwintig duiken konden worden gefotografeerd.
Het licht varieerde erg met het moment van de dag. Het is verrassend hoe de foto’s per uur konden verschillen. Omdat de autofocus van de camera het razendsnelle ijsvogeltje vaak niet kan volgen, kun je van tevoren ook scherpstellen op een vast punt. Helaas werkt dit alleen als het ijsvogeltje niet afwijkt van ‘de route’, wat vaker niet dan wel het geval is. Met de wens van volledige scherpte op het oog vielen er daardoor uiteindelijk veel beelden af. Dat was geen probleem, want met drie ochtenden fotograferen in deze hut bleven er meer dan genoeg over waar ik blij mee ben.
3. Drinking Station
Hut nummer drie was een erg fijne hut. De drinking station die in de winter in gebruik is, is gelegen in het bos, op ongeveer tien minuten lopen van de boerderij. De hut trekt allerhande bosvogels aan, zoals het puttertje, de keep, appelvinken, duiven, Vlaamse gaaien en spechten, maar ook de buizerd en de reiger komen hier op bezoek.
De eerste avond startten wij om 21:00 uur in de hut, na ons verblijf in de theaterhut. Uiteraard zijn alle vogels op dat tijdstip vertrokken, maar onze hoop was gevestigd op de reeën die de drinking station ook bezoeken. We zetten het backlight aan en het wachten kon beginnen. Even werden we op het verkeerde been gezet door een kat, maar exact om middernacht ontrafelde zich voor onze ogen een scène die rechtstreeks uit een sprookjesboek leek te komen. Uit de mist doken plots de reeën op: ik wist niet wat ik zag.
Ons tweede bezoek aan de drinking station konden we vroeg beginnen. Halverwege de middag installeerden wij ons in deze rustgevende hut. Het werd een gezellig middagje fotograferen, ontspannen en zonder druk of hoop op. Ik zou wel zien wat er langs kwam en dat is ook weleens een keertje fijn (er zit ook een foto van een siesel (grondeekhoorn) tussen, die we bij de boerderij zagen. Normaal in februari in winterslaap, maar deze had de wekker te vroeg gezet).
Rond zonsondergang verschenen maar liefst zes reeën. Ook dit was een moment om niet te vergeten. Het kleurenpalet, het zachte winterlicht, het vredige schouwspel: de natuur is zó mooi.
En toen de schemer inviel, stalen de reeën in backlight wederom de show, ditmaal aan het einde van het blauwe uur, met minder mist en dus prachtige diepblauwe kleuren. Vanwege de vrieskou tekenenden zich ook hier in het tegenlicht schitterende ademwolkjes af. Het was de kers op de toch al rijkelijk versierde taart.
4. Cinema Hide
Last but not least: de cinemahut. De cinemahut is gelegen tussen het water en het riet op een paar minuten lopen van de boerderij. Wij troffen er op de dag de waterral en de waterhoentjes aan, waarbij bij mij de waterral veruit favoriet was.
Waar de hut echter vooral voor gewild is, is het (mogelijke!) nachtelijke bezoek van de Euraziatische otters. Hiervoor is de hut uitgerust met lichtsystemen die van binnenuit te bedienen zijn: twee individueel te bedienen lampen voor backlight en vier lampen voor frontlight (geel en wit, links en rechts), waarmee gevarieerd kan worden.
En zo togen wij midden in de week al om 16:00 uur, ruim voor de schemer, met wat boterhammen en water naar de hut, vastberaden er niet uit te gaan totdat wij otters hadden vastgelegd, maar uiteraard hopend op een vroeg bezoek in de avond voor wat broodnodige nachtrust.
Het was de start van, wat achteraf bleek, elf uur lang wachten. Het werd onze zwaarste nacht op de boerderij. Niet wetend of de otters ooit zouden komen, tikte de klok door. Vooral dat niet weten maakte het zwaar, net als het feit dat ik de nachten ervoor ook al nauwelijks geslapen had. De verleiding is groot het op een gegeven moment op te geven. Dat waren we echter niet van plan: we wilden niet achteraf geconfronteerd worden met het knagende gevoel dat de otters wellicht langs waren gekomen nadat wij waren vertrokken. Ook zou al het wachten dan tevergeefs zijn geweest. Kortom: we zouden blijven zitten tot de dageraad, dan konden we onszelf in ieder geval achteraf niks verwijten. Dat is wèl makkelijker gezegd dan gedaan. Ik voelde mij geregeld wegzakken en later besloten we elk om de beurt even de ogen te sluiten.
En toen, eindelijk, was daar om 03:15 uur ‘de verlossing’: een mannetjesotter stak plots vlak voor het raam zijn kop boven water. Het was mijn beurt om de wacht te houden en ik schrok enorm. Het bezoek duurde helaas maar een paar minuten, maar gelukkig kwam hij nog even kort terug.
Dit intermezzo gaf ons de kans om tussendoor ook de frontlights aan te zetten, in plaats van alleen de backlights, waar we mee waren gestart en wat er prachtig uitzag met het door de kou dampende water, maar wat toch lastig fotograferen bleek. De otters vergen toch best een snelle sluitertijd, en met het diafragma reeds vol open, loopt de isowaarde dan al snel hoog op, geen aantrekkelijk vooruitzicht en het is dan continue instellingen aanpassen op zoek naar een goede balans. We besloten het ons daarom wat gemakkelijker te maken. Met frontlights erbij bleef de isowaarde op een acceptabel niveau en werd scherpstelling eenvoudiger.
Ongeveer 45 minuten later, tegen 04:00 uur alweer, verscheen een vrouwtje met haar inmiddels al grote jong, die ongeveer tien minuten bleef. Na nog een half uur te hebben gewacht zonder activiteit, besloten we dat het mooi geweest was. De otter stond op de geheugenkaart en onze batterij was echt helemaal tot op de bodem leeg. Diezelfde dag was er weer een vol programma dat slechts een paar uur later zou starten.
We hadden foto’s met alleen backlight en foto’s met backlight en frontlight samen. Veel durfden we niet met de lampen te experimenteren, bang dat we de otters (waar we zo lang op hadden gewacht!) weg zouden jagen. Achteraf had ik graag gekozen voor een iets snellere sluitertijd. Ook had ik graag gefotografeerd met alleen frontlight aan, zodat de achtergrond zwart zou zijn uitgevallen, maar eerlijk gezegd heb ik aan dat laatste door de vermoeidheid niet gedacht. Alhoewel we bij alle hutten veel kansen hadden, en een tweede bezoek altijd betere foto’s opleverde vanwege de leercurve, zagen we het niet zitten voor de otters een tweede nacht op te offeren. Iets voor een volgende bezoek, als ik het op kan brengen.
Welke gear nam ik mee?
De snelle telelenzen voor wildlife fotografie heb ik niet, maar niet getreurd. Wat je niet bezit, kun je huren. Ik huurde bij Foto Robyns in St. Truiden (België) een extra Nikon Z8 body (naast mijn eigen Nikon Z8), de Nikkor Z 70-200mm F/2.8 en de Nikkor Z 400mm f/4.5. Alhoewel ik ook mijn 100-400mm en 24-120mm lenzen mee had, heb ik vrijwel uitsluitend met de gehuurde lenzen gefotografeerd, want oh wat was ik verliefd op de 400mm prime en de f/2.8 van de 70-200 bleek vaak echt onmisbaar. Mocht Nikon ooit een 300mm prime Z-mount lens uitbrengen, dan zou deze, mits te huren, zeker in de bagage gaan, want dit lijkt mij in ieder geval voor de winter het ideale brandpunt.
Tot Slot
Fotograferen bij Bence in Hongarije was een fantastische beleving. Hier is bij het bouwen van de hutten werkelijk aan het kleinste detail gedacht. Alles klopt gewoon en het gaat moeilijk zijn dit niveau qua hutten te evenaren.
Al met al kwam er na acht dagen een einde aan deze enerverende week. An en ik hadden er het maximale uitgehaald. Ik was op en uitgefotografeerd en kon maar aan één ding denken: mijn bed. Maar al tijdens de week wisten wij: we willen terug. De winter vraagt om een herhaling en ook in het voorjaar kun je er fotograferen, met totaal andere soorten en totaal andere beelden, al heb ik begrepen dat er in het voorjaar nòg minder wordt geslapen……
Dankwoord
Veel mensen hebben elk een steentje bijgedragen aan het mogelijk maken van deze reis.
Mijn grote dank gaat eerst en vooral uit naar Bence Máté en zijn team. De hartelijke ontvangst, de goede zorgen en de prachtige hutten maakten alles zó de moeite waard. Dank ook aan Jody Zweserijn, die mij met haar blogs en haar enthousiasme aanzette tot het maken van deze trip. Dank ook voor de telefoontjes met antwoorden op al mijn vragen. Mijn dank gaat eveneens uit naar George Scharf en Marc Gengler, die voor mij en An een plekje hadden in ‘hun’ weken, en die belangeloos voor ons klaarstonden. Ook mag ik Frank van Foto Robyns niet vergeten, zonder wiens camera en lenzen de hele missie niet mogelijk was geweest en die uitstekende service bood.
Ik dank An, tot wie ik me hierbij persoonlijk richt. Al bij voorbaat wist ik dat jij de ideale reisgenoot zou zijn. Je lieve karakter en bescheiden persoonlijkheid zorgden ervoor dat we een perfecte match waren, en zelfs onder de druk van extreme vermoeidheid bleven wij doorzetten en waren wij een hecht team. Dank ook voor de mooie gesprekken die wij hadden tijdens het vaak lange wachten. Ik had met niemand anders dan jij dit bijzondere avontuur aan willen gaan.
Als laatste een woord aan mijn lieve man en onze drie lieve kinderen. Ik weet mij altijd gesteund door jullie. Jullie geven mij de vrijheid om te kunnen doen waar ik zo gelukkig van word. Het betekent meer voor mij dan jullie je waarschijnlijk realiseren en ook al reis ik graag: zonder jullie als veilige basis zou ik dat niet kunnen en thuiskomen is het fijnste dat er is. 💞.
Tijdens het schrijven van deze blog werd het onvermijdelijke werkelijkheid. Ik heb moeten besluiten onze zo geliefde kat, een onmisbaar onderdeel van ons gezin, te laten gaan. Het was het laatste dat ik voor hem kon en moest doen, maar wat was het moeilijk.
Lieve Max, mijn trouwe vriendje, ik mis je ontzettend. Mijn ogen zoeken jou, ik denk je te zien. Je zit voor het raam, je houdt me gezelschap tijdens het koken. Kleine dingen die zo vanzelfsprekend waren en er nu niet meer zijn. Het is stil in huis, we hielden zo van je. Ik draag de herinneringen aan jou met mij mee in mijn hart, voor altijd. 🐾
Wilt u reageren of heeft u vragen? Dat vind ik heel erg leuk! Voorzover ik kan, voorzie ik u graag van informatie.